Algemeen
Boetseren is, in het kort, 'een techniek waarbij een driedimensionale vorm ontstaat uit klei. Deze vorm wordt in een keramiekoven geplaatst en verhit, waardoor het materiaal hard en duurzaam wordt'.

Al mijn objecten, van klein tot groot, zijn handgevormd en uniek. Ze zijn door mij gesigneerd.

Klei
Er wordt onderscheid gemaakt tussen boetseer-/handvorm-, draai- of gietklei, verder tussen aardewerk-, steengoed- en porseleinklei.

Mijn 'dieren' zijn in principe geschikt om het hele jaar buiten te staan. Ze zijn afgewerkt met een glazuur dat daarvoor ook geschikt is.

Meestal wordt aan klei chamotte toegevoegd. Dat is reeds gebakken klei die wordt fijngemalen (diverse korrelgroottes, van fijn tot korrels van 2 mm). Als dit aan zachte klei wordt toegevoegd wordt de uiteindelijke kleisoort sterker en beter bestand tegen kromtrekken en thermische schokken.

Opbouw
Er zijn een viertal opbouwtechnieken, namelijk:
1. de manuele holopbouwtechniek bijv. met kleirollen, kleiplaten of kleine kleiplakjes,
2. de massieve boetseertechniek waarbij het werk later wordt uitgehold,
3. de drukmaltechniek waarbij de kleimassa in een mal wordt gedrukt en
4. de draaitechniek.

Voor de door mij bedachte en ontworpen creaties maak ik gebruik van de eerste drie technieken. Welke techniek toegepast wordt ligt aan het te maken object.

De keramische sokkels zijn gegoten of van rollen / plakken gemaakt.

Het bakproces

Klei krijgt zijn stevigheid door het bakken op een hoge temperatuur. Op grond van kleimengsel en baktemperatuur wordt het eindproduct ingedeeld in drie soorten: aardewerk, steengoed en porselein:

• Aardewerk is poreus (denk aan de rode aardewerken bloempot). Het is niet waterdicht en kan voorzien worden van een glazuurlaag om het te beschermen tegen vochtinsijpeling. Baktemperatuur ligt tussen de 900 en de 1200°C.

• Steengoed gebakken klei heeft een zeer lage poreusheid en een hard voorkomen. Het heeft geen glazuurlaag nodig om waterdicht / vorstbestendig te zijn en wordt gestookt boven de 1200°C.

• Porselein is niet meer poreus (baktemperatuur ligt meestal boven de 1240°C).
   

Mijn dierfiguren worden nadat ze gedroogd zijn meerdere malen in een elektrische, computergestuurde krachtstroomoven gebakken.

Mijn biscuitstook (1e keer bakken) geschiedt op 980°C; dat maakt de klei sterk genoeg voor het aanbrengen van decoratie en/of glazuur. Daarna wordt het in een tweede stook gebakken.
Bij mij ligt een steengoedstook rond de 1245°C. Soms volgt er een derde brand (luster of extra decoratie).

Glazuur en pigmenten

Met (onder)glazuren en pigmenten geef ik de creaties de gewenste kleur én uitstraling. Ze worden o.a. met een penseel, spons of airbrush-pistool (in meerdere lagen) aangebracht. Soms kies ik ervoor delen ongekleurd te laten c.q. de oorspronkelijk kleistructuur en -kleur te behouden.

Ik gebruik voor de creaties die op hoge temperatuur gebakken moeten worden onderglazuur en soms pigmenten (metaaloxides). Na dit proces wordt in een spuitcabine een heldere glansglazuur op de creatie aangebracht. Na het drogen worden ze afgebakken op 1245°C.

Voor veelgestelde vragen klik hier.